Houd altijd voldoende afstand in het verkeer!

Het is superbelangrijk en zelfs wettelijk verplicht om ver genoeg achter je voorligger te rijden. Anders is het risico op een kop-staartaanrijding heel groot als de bestuurder voor jou plots remt.

Trouwens, hoe sneller je rijdt, hoe groter je volgafstand moet zijn. Klik op 'lees verder' en verneem er alles over.

Het is superbelangrijk en zelfs wettelijk verplicht om ver genoeg achter je voorligger te rijden. Anders is het risico op een kop-staartaanrijding heel groot als de bestuurder voor jou plots remt. Trouwens, hoe sneller je rijdt, hoe groter je volgafstand moet zijn.

De basisregel is de ‘tweesecondenregel’

Om er zeker van te zijn dat je niet te dicht achter je voorligger rijdt is de tweesecondenregel de “officieuze vuistregel”. De wegcode voorziet geen minimum volgafstand voor voertuigen met een maximale toegelaten massa (MTM) kleiner dan of gelijk aan 7,5 ton, maar zegt wel dat je als bestuurder in alle omstandigheden moet kunnen stoppen voor een hindernis die je kan voorzien.

Voor voertuigen met een MTM van meer dan 7,5 ton voorziet de wegcode in bepaalde gevallen wel minimum volgafstanden (op bruggen onderling een afstand houden van ten minste 15 meter en buiten de bebouwde kommen onderling een afstand houden van ten minste 50 meter).

Hoe pas je de tweesecondenregel precies toe?

  1. Tellen of zingen!
  • Kies een duidelijk herkenbaar vast punt langs de weg zoals bijvoorbeeld een verlichtingspaal.
  • Zodra het voertuig voor jou dat punt voorbijrijdt, begin je rustig te tellen “eenentwintig, tweeëntwintig” of je zingt het discorefreintje ‘Last night a DJ saved my life’, dat duurt telkens exact even lang, namelijk 2 seconden!
  • Rij jij pas ná die 2 seconden, dus nadat je uitgeteld of uitgezongen bent, zelf dat vast punt voorbij, dan rij je op een veilige afstand. Ben je er echter eerder, dan rij je te dicht en moet je snelheid minderen om zo een voldoende veilige afstand te creëren.
  • Is de weg nat dan tel je 3 seconden, want op een natte baan vergroot je remafstand aanzienlijk en moet je dus verder achter je voorligger blijven. En dus tel je “éénentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig” of zing je ‘Last night a DJ saved my life from a broken heart’.

 2. Snelheid delen door 2!

  • Een ander eenvoudige manier om een veilige volgafstand te bepalen is de snelheid waarmee je rijdt delen door 2. Rij je bijvoorbeeld 120 km/u dan moet je 60 meter laten tussen jouw voertuig en dat van je voorligger. Tip: op een autosnelweg staan de verlichtingspalen gewoonlijk 50 meter van elkaar.
  • Het spreekt voor zich dat je in bepaalde omstandigheden je volgafstand best nog wat groter maakt. Dat doe je bijvoorbeeld best:

 - op een natte of gladde weg ingevolge ijs, sneeuw, rijmplekken, modder of olie;              - bij slechte zichtbaarheid door regen, mist of stof;           - achter vrachtwagens, bussen, … waarbij de bestuurder je moeilijk kan zien door zijn dode hoeken;      - om ruimte te geven aan een chauffeur die terug wil invoegen nadat hij jou heeft ingehaald;     - als er iemand te dicht achter jou rijdt;                                                                                                       - als je achter motorrijders rijdt,                                                                                                                - …

 

Bumperkleven

Bumperkleven of heel dicht achter je voorligger rijden is zeer gevaarlijk. Het wordt beschouwd als agressief rijgedrag en kan zwaar bestraft worden. 

Krijg je zelf te maken met zo’n bumperklever, dan is de boodschap om in de eerste plaats rustig te blijven. Daag hem in geen geval uit door onnodig lang voor hem te blijven rijden, maar wijk indien mogelijk op een veilige manier uit naar de rijstrook rechts van je, zodat die bumperklever je voorbij kan rijden. Hou er wel rekening mee dat je een manoeuvre uitvoert als je van rijstrook verandert en dus voorrang moet verlenen aan de bestuurders op die rijstrook rechts van je. 

All rights reserved www.secunews.beFoto: Kato Peeters - Secunews

 

Labels